Brigitte Mouligneau, Vlaanderen Circulair

“Alleen als we overstappen naar een circulaire bouwsector blijft wonen in Vlaanderen betaalbaar”.

Circulair ontwerp stoomt de bouwsector klaar voor de toekomst. En dat moet ook, want niet alleen is de Vlaamse bouwruimte op, ook het bouwproces wordt onbetaalbaar door de grondstoffenschaarste. Hoog tijd voor een duurzame visie op bouwen en wonen, vertelt Brigitte Mouligneau, transitiemanager bij Vlaanderen Circulair.

Vlaanderen Circulair is een knooppunt en inspirator voor de Vlaamse circulaire economie. Hier komen overheden, bedrijven, het middenveld en de kenniswereld samen om knelpunten aan te pakken en actie te ondernemen. Brigitte Mouligneau is een van de gangmakers van de transitie: “De bouwsector is een van onze belangrijkste uitdagingen, met circulair bouwen als nieuwe norm.”

Start de bouwshift

Na meer dan 10 jaar bereikte de Vlaamse regering een akkoord over de bouwshift. Daarmee wil Vlaanderen tegen 2040 geen open ruimte meer innemen en heel wat bouwgrond omzetten in natuur- of landbouwgebied. Bouwgrond wordt nog schaarser, ook voor de Vlaming met een baksteen in de maag.  “Vlamingen willen een huis als financiële zekerheid, maar dat kunnen we invullen zonder alles vol te bouwen. We overwegen nog te weinig nieuwe en innovatieve woonvormen.

Zo kunnen jonge mensen, die graag compact en dicht bij een groene zone wonen, dit betaalbaar realiseren door coöperatief te wonen, in duurzame woonunits met grote gedeelde tuinen en faciliteiten. Ook verandergericht en modulair wonen zoals met een Mobble past in dit plaatje. Al bij het ontwerp zorg je ervoor dat je je huis kunt vergroten, verkleinen, hergebruiken en verplaatsen. Ook grotere gebouwen krijgen op die manier makkelijk een andere functie. Zo kan je van een oude school bijvoorbeeld makkelijk een rusthuis of appartementsgebouw maken.

Kernverdichting blijft natuurlijk cruciaal, zodat we niet meer overal in de Vlaamse natuur gaan wonen. Daarbij mogen we de aanwezigheid van groen en water zeker niet vergeten. Het kan niet de bedoeling zijn om van elke gemeente en stad een dichtbebouwd betonblok te maken.

Een betere visie op duurzaam bouwen

We proberen met z’n allen duurzamer te bouwen, maar onze visie daarop is te beperkt. “Al sinds de start zijn alle maatregelen gericht op de energie-efficiëntie van een gebouw tijdens het gebruik ervan. Die efficiëntie stijgt, maar tegelijk worden oude gebouwen aan snel tempo vervangen door nieuwe, energiezuinige exemplaren. En dat plaatje klopt niet”, zegt Brigitte.

“Elk gebouw heeft een volledige levenscyclus, en díe moet je analyseren. Welke materialen zitten er in een gebouw? Welke processen zijn nodig voor de productie ervan, maar ook voor sloop en recyclage? Welke materialen kunnen we hergebruiken en wat gaat er verloren? Hoeveel grondstoffen, geld en energie zijn er nodig om een gebouw te vervangen door een nieuwbouw? En hoeveel transport? Alleen die totaalbenadering geeft een realistisch beeld van de klimaatimpact en duurzaamheid van een bouwproject. We moeten ons baseren op de levenscyclusanalyse en de levenscycluskost, en dan blijkt duurzame renovatie vaak beter dan nieuwbouw. Eenmaal je beslist tot renovatie of bouw, verlopen alle stappen in het bouwproject circulair

Dit alles vraagt om een mentaliteitswijziging bij bouwheren en investeerders, want een circulair ontwerp gebruikt duurdere materialen en technieken, maar is goedkoper op de lange termijn door de langere levensduur, grote energie-efficiëntie en hoogwaardige, herbruikbare materialen.

Urban mining: bouwafval wordt grondstof

Vlaanderen creëert jaarlijks 15 miljoen ton bouw- en sloopafval, ofwel 4 keer de Empire State Building. Tegelijk worden bouwstoffen en materialen schaarser en duurder. Ook de toevoer is onstabiel door internationale dynamieken zoals oorlog of een pandemie. Hergebruik van de materialen uit de gebouwen die we al hebben, biedt hierop een antwoord. Het zorgt voor stabiele materiaalprijzen, meer onafhankelijkheid van nieuwe grondstoffen en veel minder grondstofverspilling.

“Tegen 2030 willen we in Vlaanderen 30% minder materiaalverlies en 30% minder gebruik van nieuwe materialen. Daarom werd TOTEM ontwikkeld, een nationale databank van bouwmaterialen waarmee iedereen in de sector aan de slag zal gaan. Je kan opzoeken welke materialen voor welke bouwtoepassing geschikt zijn, en wat de milieu-impact ervan is. Zo heb je zicht op alle gebruikte materialen en processen, en krijgt elk gebouw een materiaalpaspoort – de ideale tool voor hergebruik en recyclage achteraf.

Bij de productie van bouwmateriaal kies je dan voor ecologisch design, met materialen uit hernieuwbare grondstoffen, die herstelbaar, herbruikbaar en goed te onderhouden zijn. Herstel, onderhoud, demontage en recyclage van onze gebouwen. … het worden echte kerntaken in duurzame steden en gemeenten, waarmee je veel zinvolle werkgelegenheid creëert.

Circulaire Green Deal

Met de Green Deal Circulair Bouwen werken Vlaanderen Circulair, OVAM en de Vlaamse Confederatie Bouw aan een circulaire bouwsector. Maar liefst 350 organisaties, waaronder ook Inhout en Mobble, delen er kennis en ervaring met elkaar.  

“We werken onder meer aan inzicht in de levenscyclusanalyse, een goede flow in de logistieke keten en meer kennis over circulair bouwen bij alle bouwpartners. Momenteel lopen er 49 cases, gericht op de overstap naar circulair bouwen als norm. Niet alleen uit zorg voor milieu en klimaat, maar ook als beste garantie dat onze bouwmaterialen beschikbaar en betaalbaar blijven in de toekomst.”


Benieuwd naar de mogelijkheden? Ontdek onze inspiratiewoningen.


Vind ons op social media

Vorige
Vorige

Betrouwbare bouwpartners vinden met Ecobouwers.be

Volgende
Volgende

Interview met professor Nathan Van Den Bossche